Dennis Heijn over zijn tijd op school en zijn debuutroman ‘Tegen de stroom’
Oud-leerling Dennis Heijn is nu volop in het nieuws met zijn geweldige debuutroman ‘Tegen de stroom’. Hierin combineert hij op indrukwekkende wijze spanning, filosofie, morele dilemma’s en zijn vaders ontvoering. De filmrechten van Tegen de stroom zijn zelfs al vóór verschijning verkocht. Onderaan het artikel lees je meer over het boek, maar eerst deelt Dennis zijn herinneringen aan zijn tijd op het Kennemer Lyceum.
Welke jaren zat jij op school?
Ik heb van 1975 tot en met 1981 gymnasium B gedaan
Wie was jouw favoriete leraar?
Guus Stevens. Mooie lessen, breed ingezet en een unieke docent. Hij kon ook gewoon drie lessen besteden aan Freud. En met mooi weer gingen we naar buiten toe.
Met wie was je goed bevriend?
Met Mattijs ten Brink (na vele jaren zonder, maar we hebben nu weer contact) en later ook met Dirk Jan Ploem, is altijd zo gebleven.
Hoe heb jij het Kennemer ervaren en waarom?
Tijdens de jaren op school was ik mij niet zo bewust hoe ik het ervaren heb. Toen ik zelf kinderen kreeg en die naar de middelbare school gingen, waarvan 2 dochters naar het Kennemer, merkte ik dat ik met het Kennemer binding had en dat de andere scholen mij niet zoveel zeiden, voor mij betekende het Kennemer dus toch meer.
We hadden een bijzondere klas, 6 gymnasium Grieks bestond uit 4 meisjes en mijzelf. In de andere jaren waren wij ook wel een ettertjes klas. Er was een docent (Stuiveling) die met spijkergoed les gaf, die hielden wij dan aan de praat en ondertussen ‘gooiden’ anderen met hun vulpen inkt tegen zijn kleren aan, we maakte strepen op zijn kleding, we noemden dat repen.
Zelf kon ik ook wat stoken, als iemand in de klas aan het etteren was, dan zei ik tegen de docent: Pikt u dit, moet xxx niet uit de les verwijderd worden? En wat moest zo’n docent dan? Het leek verraad, maar daar hielp ik diegene dan juist mee.
Wat was jouw mooiste/leukste herinnering?
Toen ik in de tweede klas zat, heb ik me aangemeld voor de Artistieke Interlyceale, waar de Denk Interlyceale toen ook deel van uitmaakte (schaken, dammen en bridgen) om de school te vertegenwoordigen.
Er waren maar 6 mensen die zich opgaven voor dammen, dus ik kwam bij de beste vier. Toen ik onderweg in de bus zat met Arthur Bauduin – hij was een klasgenoot van mijn broer- kreeg ik een mooie damtip van Arthur: het ‘Haarlems Zetje’. En ja hoor, de tegenspeler opende hiermee… Stond ik meteen twee stenen voor. Maar nu helemaal zenuwachtig. Nog nooit een echte wedstrijd gespeeld, dus hoezo een klok gebruiken. Als kind ook al bridgen geleerd en deed later mee met bridgen.
In de bus met veel leerlingen naar Eindhoven, dat maakte veel indruk. Het Kennemer ging toen helemaal de mist in bij een toneelstuk. Een jongen en een meisje gingen een heel ingewikkeld stuk van Harold Pinter spelen (waar een stel elkaar bedroog met elkaar; dus bijv. als zij zei: “Ik heb vanmiddag een afspraak met de tuinman”, dan wist de man dat hij zich als tuinman moest melden) en dat gingen zij even in tien minuten samenvatten.
Maar op het laatste moment haakte de dame af en de regisseur nam de rol toen over. Maar dat was een man. Die zette aan het begin een pruik op, op het toneel en werd een vrouw die zich vervolgens nog een paar keer verkleedde. Echt helemaal geen touw aan vast te knopen. Niemand begreep het. Hilarisch.
Wat heb je gedaan wat niemand mag weten?
Vanuit onze klas, de ettertjes dus, waren we altijd grenzen aan het opzoeken. We hadden een SO gedaan bij biologie, een deel had dit slecht gemaakt, en wij wisten dat de docent de cijfers achter in zijn agenda zette. Een paar leerlingen hebben de agenda gepakt en van alle 3-en 8-en gemaakt. De docent vertelde dat hij ons de cijfers ging oplezen en begon met dat het heel slecht gemaakt was. Vervolgens, al kijkende in zijn agenda, mompelde hij daarna: “Nou, dat valt eigenlijk wel mee…”
En dan nu je eerste roman geschreven, is dat niet wat laat?
Tsja, ik had een 5 op mijn eindlijst voor Nederlands. Ik had een wat moeizame relatie met mevrouw Elsing, to put it mildly. Er waren toen twee mondelinge examens (boeken vóór en na 1880) en daar had ik een 3,0 en een 2,7 voor. En dat voor een lezer… Dus ik moest 40 jaar lang de moed verzamelen om het toch maar te doen haha.
Ik heb tien jaar geleden non-fictie boeken geschreven (‘Je kan bomen alleen ontwijken als je vaart hebt’ en ‘The Fearless Monkey’). En nu dan fictie. Een spannende roman, of klimaat thriller. Dat is heel anders en heel erg leuk. Uit de reacties kan ik wel opmaken dat het gelukkig goed gelukt is. Misschien dat mevrouw Elsing het zelfs grudgingly zou waarderen.
Tegen de stroom | Dennis Heijn
Als Pino’s baan bij het Wereld Natuur Fonds alleen maar zijn machteloosheid bevestigt, komt de gedreven voorvechter van het klimaat met drie vrienden tot een radicale daad. Ze ontvoeren de zoon van de CEO van Shell, met als doel de fossiele industrie ter verantwoording te roepen en van koers te laten veranderen.
De ontvoerders zoeken nadrukkelijk de publiciteit op, waardoor het gebruikelijke spel tussen de ontvoerders, de ouders, het bestuur van Shell, de politie en de media heel verrassende wendingen krijgt. De wereld kijkt toe en wordt meegezogen in het dilemma of dit heftige middel zijn doel wel of niet rechtvaardigt.
“Een erg spannend en veel te realistisch boek over de vraag hoe ver je mag gaan om onrecht en klimaatcrisis te bestrijden.” – Dolf Jansen, cabaretier, radiopresentator en hardloper
“Angstaanjagend realistische ‘klimaat-thriller waarin Dennis Heijn zijn dramatische geschiedenis met een onheilspellende toekomst verweeft.” – Jeroen Smit, auteur van o.a. De prooi, Het grote gevecht en Het drama Ahold
Hier is een link naar Bol.com voor reviews van Tegen de stroom van Dennis Heijn. Je kunt het boek dan ook meteen bestellen, maar je kunt natuurlijk ook de lokale boekwinkel steunen door het daar te kopen.