Gedenksteen voor ’vergeten’ Joodse leerlingen Kennemer Lyceum

25 april 2022 0 comments Eylard Wurpel Categories Geen categorie
Spread the love

Overveen – In het Kennemer Lyceum hangt al jaren een gedenksteen met daarop de namen van 61 leerlingen die slachtoffer zijn geworden van de Jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog. Naar recent is gebleken, ontbraken de namen van nog zes Joodse kinderen. Vrijdagmiddag werd door burgemeester Roest van Bloemendaal een nieuwe, kleine gedenksteen onthuld, met hun namen erop.

Onthulling van de nieuwe, kleine gedenksteen door burgemeester Elbert Roest, rector Bernice van Staalduine en Guido van Rijn.
FOTO UNITED PHOTOS/TOUSSAINT KLUITERS

Archivaris en oud-conrector Guido van Rijn kwam er bij het schrijven van zijn boek 100 jaar Kennemer Lyceum (2021) achter dat een aantal namen ontbrak. Hij schetst in vogelvlucht wat er zoal gebeurde in de jaren ’40-’45.

Op 4 oktober 1940 werd rector Dr. A. De Vletter onder schooltijd weggevoerd en overgebracht naar Duitsland (hij overleefde de oorlog). Als opvolger werd rector Kuitert door de Duitsers aangesteld. 20 juni 1941: Joodse leerlingen mochten in klassikaal verband niet meer zwemmen in Stoops Bad. Van Rijn: ,,Dan komt 12 september 1941 – en dat heeft toen niemand geweten, dat werd pas tien jaar later bekend: de ontdekking van een lijst met namen van Joodse leerlingen, samengesteld door rector Kuitert. Hij stuurde die lijst op naar het departement van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming. Verschrikkelijk natuurlijk. Die maand moeten de Joodse leerlingen de school hebben verlaten.’’

In oktober ’41 kregen alle Joodse leerlingen uit Kennemerland les op één school in Haarlem: het Joods Lyceum aan de Schouwburgstraat 43 (toen de naam van de Wilhelminastraat), zo heeft Van Rijn ontdekt. De tijdelijke rector daar was de vader van Job Cohen.

In 1950 maakte kunstenares Nel Bakema de gedenksteen die in het schoolgebouw van het Kennemer Lyceum hangt. Samen met geschiedenisdocent en archivaris Römelingh heeft Van Rijn in 2005 het boekje ’Rumor in schola’ geschreven, waarin onder meer de achtergronden van die kinderen werden belicht. Maar bij het schrijven van de jubileumuitgave 100 jaar Kennemer Lyceum realiseerde Van Rijn zich dat de namen van een zestal Joodse kinderen ontbrak. ,,Dat komt omdat we na de oorlog niet wisten wat er met ze is gebeurd.’’

Samen met oud-leerlingenvereniging Aelbertsberg is besloten er een kleine gedenksteen bij te maken. Die is geleverd door steenhouwerij Swaalf. Zelfde lettertype, zelfde steensoort.

De bitterheid in steen gevat

Andreas Lauinger in 1941
FOTO ARCHIEF GUIDO VAN RIJN

Wie zijn zij? Het gaat om Harrie Bloemendal (broer van Philip, de stem van het Polygoon Journaal), vermoord in vernietigingskamp Auschwitz in maart 1944. Hij woonde in Zandvoort. Aan de Zuider Stationsweg 10 in Bloemendaal woonde de gevluchte Duitse familie Lauinger. Vader en moeder Lauinger en hun kinderen Hanna, Thomas en Andreas zijn in 1944 in Auschwitz omgebracht.
Van Andreas is een foto gemaakt op het terras van Het Kopje in 1941. Hij was toen 14 jaar. Verder: Misja Straus uit Aerdenhout (14) vermoord in Sobibor en Rob Wijnberg uit Overveen (17) gedood in Auschwitz.

Nieuwe gedenksteen
FOTO ARCHIEF GUIDO VAN RIJN

Burgemeester Elbert Roest van Bloemendaal, zelf historicus, onthulde de gedenksteen. ,,Dit soort verhalen komt natuurlijke extra hard binnen nu we weer knalhard in een oorlogssituatie zitten. Ik heb zelf een vluchteling in huis genomen; iedere dag ervaar je wat dat betekent. En je zal toen maar uit Duitsland zijn gevlucht in de hoop dat de neutraliteit van Nederland een paraplu van veiligheid zou zijn. Niets bleek minder waar, met een rector die een discutabele rol heeft gespeeld. Hij was bereid het vuile werk op te knappen, op zichzelf natuurlijk macaber.’’

Roest gaf Guido van Rijn een dikke pluim voor zijn naspeuringswerk en onthulde de nieuwe plaquette met de woorden: ,,De bitterheid in steen gevat.’’

Bronvermelding:
Flach, H. (23 april 2022). Gedenksteen voor ’vergeten’ Joodse leerlingen Kennemer. Haarlems Dagblad, p. 14